Megaboete voor truck kartel?
14-09-2015; Europese truckfabrikanten hielden volgens de Europese Commissie ruim 14 jaar een truckkartel in stand waardoor mogelijk 600.000 transportondernemers gedupeerd zijn geraakt.
De fabrikanten zouden onder meer afspraken hebben gemaakt over het tijdspad van de introductie van emissie reducerende motoren en de bijbehorende verkoopprijzen. Waar kunnen transportondernemers terecht met hun schade? In 2011 startte de Europese Commissie (EC) een onderzoek naar 6 truckfabrikanten. Volgens de Financial Times zou het daarbij gaan om DAF, Daimler, Iveco, Scania, Volvo (tevens eigenaar van Renault Trucks) en MAN. Deze laatste zou hebben gefungeerd als klokkenluider en maakt sinds 2014 onderdeel uit van Volkswagen. Het kartel zou de ontwikkeling van schonere motoren hebben vertraagd en opereerde van 1997 tot 2011. Uit tot op heden vertrouwelijke documenten zou blijken dat alle fabrikanten gedurende de volledige 14 jaren direct betrokken waren bij de belangrijkste afspraken binnen het kartel. De fabrikanten hebben vrijwel de gehele Europese markt van vrachtwagens in handen. Inmenging van Aziatische of Amerikaanse fabrikanten is nauwelijks aan de orde. Diverse bronnen melden dat de EC van plan is om op relatief korte termijn een boete op te leggen van 10% van de gezamenlijke omzet. Concreet gaat het dan om bedragen van ongeveer € 4 miljard. Als dat gebeurt, is het daarmee de hoogste boete die de EC ooit heeft opgelegd in kartelzaken.
Statement of objections;
In november 2014 heeft de EC een zogenaamde ‘statement of objections’ de deur uit gedaan richting de fabrikanten. Zij krijgen daarmee de mogelijkheid om op de formele aanklacht te reageren. Ook kunnen zij verzoeken om ‘gehoord’ te worden. Na afronding van die fase zal de EC met een rapport van bevindingen komen, mogelijk al gekoppeld aan een boete. Tegen die boete kunnen de fabrikanten nog in verweer komen. Als vast komt te staan dat er een grote inbreuk heeft plaatsgevonden op de mededingingsegels, is de kans klein dat er ruimte is voor een ‘schikking’, aldus Margrethe Vestager die sinds 1 november 2014 Europees commissaris voor Mededinging is.
Schadevergoeding;
TLN wordt regelmatig benaderd door leden die zich afvragen of dit nu betekent dat zij teveel hebben betaald voor de aanschaf, lease of huur van hun vrachtwagens. Op dit moment is dat nog te vroeg om te zeggen, maar het is niet uitgesloten. TLN wacht de resultaten van het onderzoek van de EC af en raadt leden aan dit ook te doen. Een eventuele follow-on schadevergoedingsactie geniet in dit soort complexe gevallen de voorkeur. Daarbij wordt een vordering ingesteld nádat de EC een inbreuk heeft vastgesteld. De inbreuk hoeft dan niet meer door benadeelden te worden bewezen. Een ander voordeel is dat een Europese Richtlijn de benadeelden helpt om een vordering vorm te geven. Op 10 november 2014 heeft de Raad van de EU deze richtlijn aangenomen. De richtlijn geeft regels inzake schadeclaims bij mededingingszaken. Een van de belangrijkste voordelen is de toegang tot bewijsmateriaal. Zowel truckfabrikanten als, in dit geval, de EC kunnen via deze richtlijn worden gedwongen om bepaalde bewijsstukken te overhandigen aan de eiser. Op die manier kan die eiser trachten zijn zaak ‘hard’ maken bij de rechter.
Transportondernemers wacht daarna nog een lastige fase; de zogenaamde schadeonderbouwing. Elke transportondernemer zal uiteindelijk in staat moeten zijn om de ‘meerprijs’, het teveel betaalde ten gevolge van het kartel, te kunnen bewijzen. Zonder inzage in bepaalde documenten die berusten bij de fabrikanten en de EC zal dit niet eenvoudig worden. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het zogenaamde ‘passing-on’ verweer van fabrikanten, bestaande uit het argument dat een ondernemer de geleden schade heeft doorberekend aan zijn opdrachtgever en daardoor zelf geen schade heeft geleden.
Terughoudendheid aanbevolen;
TLN is bekend met het feit dat bepaalde commerciële bedrijven / advocatenkantoren transportondernemers benaderen die soms op basis van no-cure, no-pay hun diensten aanbieden. Deze bedrijven zouden dan namens de transportondernemers procederen tegen of schikken met de truckfabrikanten. TLN raadt aan om terughoudend te zijn tegenover aanbiedingen van deze bedrijven. Instappen is vaak geen probleem, maar tussentijds uitstappen leidt meestal tot afrekenen. Een kritisch oog in het voorproces is raadzaam.
Bewijs en gezamenlijke claim;
Zolang de EC nog geen rapport van bevindingen heeft opgeleverd én de fabrikanten gelegenheid hebben gekregen om verweer te voeren, is het bestaan en de omvang van een kartel niet vastgesteld. Tot die tijd is het weinig zinvol of noodzakelijk om een claim in te dienen. Wel raadt TLN aan om nog bestaande bewijsstukken die toezien op de aankoop, huur of lease van vrachtwagens in de periode 1997-2011 te bewaren. TLN volgt de ontwikkelingen in dit dossier nauwlettend en zal, indien het bestaan en de omvang van het kartel is vastgesteld, bekijken in hoeverre een gecoördineerde / gezamenlijke actie mogelijk en wenselijk is.
Bron;(T.P.).
Reageren is gemakkelijker dan een vrachtwagen keren!